Pinhole Fotografie

Claire Latouche - pinhole

De pinhole is geen druktechniek, zoals deze – gomdruk, zoutdruk, platinotypie ... – die op onze website worden voorgesteld. Het is een uitrusting om beelden te projecteren op een al dan niet lichtgevoelig oppervlak.

Waarom dit onderwerp hier bespreken?

  • Omdat net zoals bij bovenvernoemde technieken, de praktijk ervan heel wat handvaardigheid vergt vanwege diegenen – de meerderheid – die hun eigen apparaten willen bouwen
  • Omdat de onbetwistbare beperkingen opgelegd door de rudimentaire aard van het toestel ook een grote stimulans voor creativiteit zijn
  • Omdat de karakteristieke weergave en de esthetika van de met met dit soort apparatuur gemaakte beelden mooi harmonieert met oude fotografische technieken
  • Omdat de herleving van de pinhole fotografie, een veertigtal jaar geleden, zijn oorsprong vond in het trachten van een aantal kunstenaars naar een andere, “alternatieve” fotografie.
  • Omdat het een eenvoudige en goedkope manier is om vele fotografische basisprincipes aan te leren: lichtintensiteit, gezichtshoek, scherptediepte, belichtingstijd, relatie belichtingstijd /relatieve opening, enz. ..

Het is hier niet onze intentie een volledig overzicht van het onderwerp te geven. Via een opzoeking op internet of de links op het einde van dit artikel kan al de informatie die men hieromtrent zou willen verzamelen, gemakkelijk worden gevonden. Onze bedoeling is eerder het belang uit te dragen van een vorm van fotografie die, alhoewel veel beoefend, nog onvoldoende gewaardeerd is, o.a. omdat er vaak op wordt neergekeken als een leuk spelletje voor kinderen. Op enkele uitzonderingen na, blijven haar aanhangers relatief onbekend, weg van galeries, handelcircuits en modetrends.

Het ontstaan

De projectie van een beeld op de wand van een donkere kamer, via een kleine opening in de tegenoverliggende wand, werd reeds in de 5e eeuw v.Chr. door de Chinese filosoof Mo Ti omschreven.
In het Westen moest men wachten tot de 3e eeuw v.Chr. vooraleer Aristoteles de vraag stelde waarom de zon een rond beeld projecteert door een vierkant gat.. Het antwoord op deze vraag, gekend als “het probleem van Aristoteles”, werd slechts in 1521 gegeven in het boek “Photosmi de lumine et umbra” van Franciscus Maurolycus.
In Afrika noteerde de arabische wiskundige en fysicus Ibn Al Haitham in de 10e eeuw dat de scherpte van een geprojecteerd beeld afhankelijk is van de grootte van het gat dat het licht doorlaat.
Al deze werken en vele anderen, lieten Leonardo da Vinci toe de eerste nauwkeurige omschrijving van een "camera obscura" in zijn notieboekjes op te nemen. Dit gebeurde in 1502.

Pinhole en fotografie

Men zou kunnen denken dat de nogal rudimentaire pinhole camera's de eerste fotoapparaten zijn geweest. Dat is niet zo. De “Camera Obscura”'s van zowel Giovanni Battista della Porta in de 16e eeuw als van Johann Zahn in de 17e eeuw waren reeds uitgerust met lenzen. De eerste vooruitgangen in de fotografie ( “uitgevonden” in 1839) werden geboekt dank zij de lenzen. Het fotografisch gebruik van pinhole camera's kwam pas later.
De lenzen werden dus niet gebruikt om een relatief beperkte scherpte van de pinhole camera's te verbeteren, maar vooral om de lichtsterkte van de in de camera geprojecteerde beelden te verbeteren. Een aantal wetenschappers hebben heel snel wiskundige formules gezocht – en gevonden – voor het berekenen van de optimale diameter van een pinhole, met het oog op het verbeteren van de beeldscherpte. Dit was het geval van Jozef Petzval in 1857. En van Lord Rayleigh in 1889, (hij wenste de pinhole in de astronomie te gebruiken). Uiteindelijk stelde hij een formule op punt waarvan hij beweerde, dat zij beelden mogelijk maakte met een definitie gelijkaardig aan deze van de beelden die op ons netvlies gevormd worden . Deze formule wordt nog altijd gebruikt. Het is niet de enige!. In de 145-jarige geschiedenis van de pinhole fotografie, werden meer dan vijftig allemaal lichtjes uiteenlopende formules voorgesteld. En foto's met een verrassende scherpte gemaakt. Dit gezegd hebbende, is de beeldscherpte zeker niet de eerst gezochte kwaliteit door de aanhangers van de pinhole fotografie...

Spel, educatief hulpmiddel, sociaal werkerinstrument, of kunst?

Eigenlijk is pinhole fotografie een beetje dat alles tegelijkertijd. Het is een speelse wijze van fotograferen. Het vereist geen dure apparatuur, noch omvangrijke installaties. Men kan het apparaat zelf bouwen vanaf alles en nog wat: een emmer, een prullenbak, een film containertje of zelfs een peper... de grenzen zijn uw verbeelding. Het ontbreken van een zoeker, het effect van lange belichtingstijden die in minuten of zelfs uren kunnen worden geteld, de beeldvervormingen als gevolg van ongewone bodems van de “doos” zorgen ervoor dat verrassende, onverwachte beelden in de doka verschijnen.. Een toegankelijke activiteit dus, en een plezier.
Maar ook een uitstekend middel om de beginselen van film– of digitale fotografie aan te leren; het is een uitzonderlijke school voor geduld, observatie, creativiteit. Geen wonder dat deze bezigheid haar plaats vindt in talloze pedagogische workshops...
Volledig brekend met de alledaagse praktijk, moedigt deze manier van fotograferen iedereen aan zijn eigen taal opnieuw uit te vinden. Een ruwe, ongekunstelde benadering van het beeld poëtisch te herinterpreteren. Onze relatie tot tijd, ogenblik, realiteit te herzien. De reikwijdte van onze gevoelens en emoties uit te breiden, en de onbestendigheid van de wereld te vertolken.
Het is dan ook niet verwonderlijk dat in het midden van de jaren 1960, na een eclips van een twintigtal jaar, een aantal kunstenaars – niet per se afkomstig uit de wereld van de fotografie – terug zijn begonnen de mogelijkheden ervan te verkennen en hun aandacht te besteden aan haar zo apparte esthetiek en filosofie. Hun motieven konden heel uiteenlopend zijn.
Sommigen zagen het als een manier om hun band te doen gelden met het pictoralisme, die in de jaren 1970 terug in de belangstelling kwam, en daarom gekozen hebben de pinhole fotografie te combineren met oude fotografische technieken zoals cyanotypie, gomdruk, platiendruk, enz .. De pinhole camera liet hun tevens toe, gemakkelik de nodige grote negatieven voor deze contact druktechnieken te vervaardigen.
Anderen voelden zich aangetrokken door de experimentele kant. Vervormingen, onzekere beeldinstelling, interne reflecties of onvoorspelbaar gedrag van verouderde films of papieren: alles is goed voor diegenen die vooral gevoelig zijn voor toeval, het onvoorziene, de verrassingen van "door de hemel gezonden mislukkingen". solargaphie - © j. kevers

Momenteel ziet men fans van de zogenaamde “solargraphs”: pinhole foto's met een zeer lange belichtingstijd van een paar dagen of enkele maanden die de verschillende banen van de zon in het landschap registreren, maar tegelijkertijd ook onverwachte verschijnselen zoals vreemde kleuren te wijten aan de lange belichting, of bizarre vormen veroorzaakt door vocht en temperatuurverschillen. Dit alles geeft vluchtige beelden die men niet kan ontwikkelen noch fixeren, en die men voor bewaring zal inscannen of opnieuw fotograferen, ... voor zover de pinhole “doos” niet verdween vóór het einde van het experiment! Een top van de “slow fotografie”...
Atelier Graphoui - caravane-pinhole
 
(Nota van de auteur: in tegenstelling tot wat hierboven wordt gezegd, en tot wat in veel publicaties wordt gevonden, was ik in staat om het "negatief" zonder enig probleem te fixeren: het beeld verdween eerst volledig, en kwam daarna terug na het wassen, het drogen en blootstelling aan licht. Een toevalstreffer? Of? Het is aan u om uw experimenten uit te voeren, te beginnen met het scannen van het negatief als voorzorgsmaatregel... J. Kevers)
 
Tenslotte zijn er dezen, die pinhole fotografie als een dialoog instrument gebruiken, om de culturele diversiteit te overbruggen en sociale cohesie te versterken. Bij voorbeeld het atelier Graphoui wiens project net door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest werd aanvaard. Hun plan: een pinhole-caravan in verschillende wijken installeren en gebruiken als portretstudio om kennis te maken met de bewoners, en hun te introduceren tot verschillende expressie vormen. Een echt ontmoetingslaboratorium...

Technische aspecten – formules

Ik zal hier niet ingaan op deze aspecten. In het technische deel van deze website vindt men tips voor het bouwen van een pinhole (het “gat”), een voorbeeld van de formules betrokken bij het bouwen van pinhole camera's toegepast op een concreet geval, en een “ pinhole calculator” in de vorm van een Excel-spreadsheet. Deze formules en calculator zijn aangepaste versies van een op het internet gevonden model, en wordt hier gepubliceerd met toestemming van de auteur. Vergeet echter niet dat er veel verschillende formules bestaan! En dat de regelmaat van het gat, de netheid van de randen minstens even belangrijk zijn voor de kwaliteit van het beeld dan de nauwkeurigheid van de diameter ...

(John Malcolm)
 Gemeten/berekende tijd    Verrekeningsfactor    Aangepaste tijd 
1 s. x 1,25 1,25 s.
5 s. x 1,5 7,5 s.
15 s. x 2 30 s.
45 s. x 2,5 135 s.
2 min. x3 6 min.
5min x4 20 min.
10 min x5 50 min.
20 min x6 2 h.
40 min x8 5h20


Vergeet niet dat men bij langdurige belichtingen dient rekening te houden met het Schwarzschild effect: bij tijden van minder dan 1/1000 sec. of boven 1 seconde, reageren de gevoelige substraten minder snel op een verhoging / vermindering van de belichtingstijd, en moet men een verrekeningsfactor toepassen ..

De omvang van deze aanpassing is afhankelijk van het media type (papier of film), en het merk.

De theoretisch berekende resultaten geven u dus een uitgangspunt, dat moet worden geïnterpreteerd op basis van uw persoonlijke ervaring. Ter referentie, vindt u hiernaast een lijst met voorgestelde verrekeningen, aan te passen op basis van uw eigen ervaringen

  Nr.      Diameter     Nr.      Diameter     Nr.      Diameter     Nr.     Diameter  
1 1,17 mm 4 094 mm 7 0,69 mm 10 0,46 mm
2 1,09 mm 5 0,86 mm 8 0,61 mm 11 0,42 mm
3 1,02 mm 6 0,76 mm 9. 0,53 mm 12 0,35mm
De meeste pinhole fotografen gebruiken spelden/naalden om de pinhole te maken. Deze spelden / naalden worden gekenmerkt door een nr dat hun diameter aangeeft. Hoe hoger het nummer, hoe fijner de naald Nogmaals: de regelmaat van het gat is belangrijker dan de nauwkeurigheid van de diameter ... Voor nog fijnere naalden kan men uitkijken naar acupunctuurnaalden van 0,30 – 0,25 – 0,20 of 0,15 mm ...

Documentatie

Links
Boeken
  • Le sténopé – J-M Galley & E. Towns – Collection Photo-Poche n°114 ; Actes Sud, 2007. ISBN 978-27-427-70151
  • Les pratiques pauvres: du sténopé au téléphone mobile – Jean-Marie Baldner & Yannick Vigouroux
    Scéren-CNDP, Pôle photo, Isthme éditions, Paris, 2005. ISBN 978-29-126-88477
  • Pinhole photography - Rediscovering a historic technique – Eric Renner – Focal press 1995 ISBN 978-02-408-02374
  • Moments of writing – Alexandra Cool – Lannoo, Tielt 2010 – ISBN 978-90-209-94544